Geen woorden voor
Wat te zeggen na wat er in Nepal is gebeurd? Er zijn eigenlijk geen woorden voor, zo vreselijk voor de getroffenen en dit land. De mensen die het leven lieten, de gewonden, de nabestaanden. En het nog veel grotere aantal Nepalezen dat hun huis met alle bezittingen kwijt is, en velen daarmee ook hun bron van inkomsten (de teahouses en lodges). In dit blog geef ik weer hoe wij de aardbeving meemaakten.
Het was even voor 12 uur, 25 april, we hadden net de lunch besteld in een alleenstaande lodge (Thotundanda, 2200 m, vlak voor Gholphu Bhanjyang). Het weer was in de nacht van vr op za heel slecht geweest, met regen, onweer en storm. Die ochtend was miezerig en mistig. In eerste instantie namen we binnen plaats in de lodge, maar uiteindelijk gingen we buiten zitten, op het binnenplaatsje. We waren de enige gasten. De thee was net gebracht, toen het ineens onbegrijpelijk vreemd begon te waaien. Een paar seconden later trilden de muren en gelijk er achteraan, kwamen de bevingen uit de grond. Zo surrealistisch. Pal daarna stortte de eerste muur in. Ik rende via de uitgang de binnenplaats af, waarbij er op dat moment allemaal stenen naar beneden vielen en de ingang instortte. Henk rende daarom de andere kant op, naar een veldje, aansluitend op de binnenplaats. Ik stond buiten de lodge, toen een deel van de buitenmuur volledig instortte. Het beving kwam in twee golven, de eerste ongeveer twee minuten en daarna volgde een tweede. Bizar om te beleven. De mensen van de lodge zelf hadden allen tijd om uit de keuken naar buiten te kunnen komen. De verwonding bleef beperkt tot een lichte hoofdwond van grootmoeder. Qua schade aan de lodge ging het om twee ingestortte muren en de ingang.
Na een tijdje, toen we zelf ook weer rustiger waren, zijn we vertrokken. We hadden op dat moment nog geen idee van de omvang van deze beving. Henk en ik waren het wel snel eens dat we niet door zouden lopen. We kennen de route goed, en de lodges hogerop zijn slechter qua constructie, dus we vermoedden zwaardere beschadigingen. Daarnaast vonden we het ook totaal ongepast om hier dan nog als toerist door te lopen. We konden beter eerst uitzoeken hoe het in de rest van Nepal zou zijn en zijn dus omgekeerd. Eerst terug richting Chipling. De huisjes die op dat stuk stonden, lagen allen in puin en waren verlaten. In Chipling waren de huizen deels verwoest en zaten de mensen bij elkaar buiten. Er waren hier zover wij zagen geen gewonden.
Iedereen bracht de nacht door onder een zeil. Wij lagen onder de hemel, en toen het begon te regenen sliepen we onder het afdak van een huis. Om de paar uur was er een naschok, sommigen angstaanjagend en bij andere had ik het gevoel alsof we gewiegd werden. Per saldo kwam van slapen niet veel terecht. Bij het krieken van de dag, om vijf uur, zijn we weer op pad gegaan. Terug naar Kathmandu. Het lukte niet om met iemand contact te krijgen daar, dus we wisten niet hoe met Chhiree zou zijn en de rest van ons team, en met Kathmandu.
De schade die we in de tocht terug aanschouwden was gigantisch. Totaal verwoeste dorpjes, vaak totaal verlaten (foto boven is Pati Bhanjyang). In Chisopani werden we geconfronteerd met de eerste doden (tien) en gewonden, die op dat moment via vier helikoptervluchten geëvacueerd werden. We waren inmiddels via onze satelliettelefoon op de hoogte van ’t feit dat het epicentrum op zo’n 90 km afstand ten westen van ons lag, boven Gorkha (Manaslu-gebied), en dat Chhiree, Ngima Geljen en Dawa gezond zijn.
Inmiddels kamperen wij bij Chhiree op een veldje in de Sherpa-wijk Kapan. Iedereen zit en slaapt hier nog buiten. Er is geen electra en water, winkels en hotels zijn voornamelijk gesloten. Het openbare leven ligt stil.
Hoe we verder gaan met Gurla Mandhata is nog onduidelijk. Er spelen allerlei factoren mee. Puur praktisch: kunnen we Tibet nog inkomen? Het gebied bij de grensovergang is een van de zwaarst getroffen regio’s. Net zo belangrijk zijn het morele en mentale aspect, na dit drama en binnen het team.
Wordt vervolg in een volgend blog.